Voor de broeders, laat ons bidden: op bezoek bij de laatste kapucijnen in Meersel-Dreef (Hoogstraten) | Gazet van Antwerpen

2022-06-03 20:49:10 By : Ms. Alina Gao

Paters Kenny, Jan, Tomasz en Przemyslaw in de kloosterkerk, voor de gelegenheid mét de befaamde bruine habijten van de kapucijnen. De Indische pater Joseph staat niet mee op de foto.  — ©  Bert De Deken

Van 14.000 in 2002 naar nog maar 5.000 vandaag: paters en nonnen zijn stilaan een uitstervende soort in Vlaanderen. Al even zorgwekkend is dat de meeste kloosterlingen bejaarde mensen zijn. Onze reporter mocht een dag verblijven in het 400 jaar oude kapucijnenklooster in het grensdorp Meersel-Dreef (Hoogstraten), in het uiterste noorden van Vlaanderen. Hij trof er vijf paters aan, onder wie nog maar twee Vlamingen. “Zonder onze internationale broeders zou het klooster niet meer leefbaar zijn.”

“De parlofoon werkt niet; gelieve aan de trekbel te trekken”, lezen we in de hal van het klooster als we ons op een wat grauwe maandag aanmelden. Na een forse ruk aan het eeuwenoude attribuut klinkt er een schel geluid dat – zo stellen we ons voor – de serene stilte in het klooster verstoort. Het duurt even voor een bejaarde man verschijnt, die zich met een stevige handdruk voorstelt als pater Jan (84). Hij draagt een casual grijze trui en een ‘floeren’ broek. Terwijl wij een wat mysterieuze verschijning hadden verwacht in een bruin habijt, rond het middel aangegespt met een ruwe koord. Dat is namelijk al eeuwenlang de outfit van de kapucijnen, de volgelingen van Franciscus van Assisi.

Om hier een afspraak te maken, volstond tot onze verrassing een kort telefoontje met pater Kenny (49), de gardiaan. Zo heet een abt bij de kapucijnen. Hij had ons meteen ook uitgenodigd voor het middagmaal. Ook daar hadden we ons iets uit The Name Of The Rose bij voorgesteld: een gewelfde gelagzaal, een grote houten tafel met aarden kommen erwtensoep die je in absolute stilte moet oplepelen … Het is niet het enige cliché over het kloosterleven dat we de komende uren drastisch zullen moeten bijstellen.

Pater Kenny had ons al verwittigd: hij begeleidt vandaag een klas middelbare studenten van het Mater Salvatorisinstituut uit Kapellen, die twee dagen op bezinning komen in het klooster. We treffen hem in burgerkledij aan tussen een twintigtal jongens en meisjes en vallen midden in een verhaal. “Je maakt wat mee als pater. Tijdens de begrafenis van een man uit het dorp moest ik iets vertellen over zijn leven. Uiteraard zeg je over de doden niets dan goeds. Maar plots stond er een man op: ‘U kent deze man niet. Hij was een dief, een bandiet!’ Ik wist dat wel. De overledene had in onze kerk talloze keren de offerbak opengebroken. Maar wij, kapucijnen, zijn er voor iedereen. Voor de armen, de woonwagenbewoners, de drugsverslaafden.” De jongeren hangen aan zijn lippen.

Pater Kenny nodigt de leerlingen die op bezinning zijn uit om luidkeels mee te zingen.  — ©  Bert De Deken

Even later staan we met gefronste wenkbrauwen te kijken naar een filmpje dat pater Kenny de jongeren toont. Een man in de woestijn steekt als een ware rapper een tirade af tegen de vele generaties die de natuur volgens hem naar de verdoemenis hebben geholpen. Zo’n milieuactivisme hadden we niet verwacht in een katholiek klooster. Als we de pater later vragen of hij mee is opgestapt in de klimaatbetogingen, lacht hij. “Nee, ik ben niet zo’n opstapper”, zegt hij. “Maar respect voor de natuur zit ingebakken in onze orde. Franciscus sprak de dieren aan als zijn broeders en zusters.”

Later toont pater Kenny de jongeren hun slaapkamers, in het oude gedeelte van het klooster. We lopen over verweerde houten vloeren waarop sinds kort een felgroene loper gedrapeerd ligt. De voorheen witte muren zijn herschilderd in groene, eigentijdse tinten. De kamers zijn bemeubeld met Ikea-bedden en -kasten. Vroeger waren dit donkere gangen met spartaans ingerichte cellen, uitgerust met niet meer dan een houten beddenbak, een tafel en een stoel. Een van die kamertjes hebben de kapucijnen intact gelaten, als getuige uit een nog niet zo ver verleden.

De gerenoveerde kamers in het oude kloostergedeelte lijken wel uit een rustiek hotelletje te komen. “Maar we komen er maar net mee uit onze kosten.”  — ©  Bert De Deken

De gerenoveerde kamers staan open voor iedereen die een bezinningsmoment wil beleven. We lijken wel in een rustiek hotelletje te zijn beland, in plaats van in een eeuwenoud klooster. Maar pater Kenny wuift die opmerking weg. “We winnen niets met die belevingsdagen. We komen er maar net mee uit onze kosten. Toen ik vier jaar geleden verantwoordelijk werd voor dit klooster, was een van mijn opdrachten om het leegstaande oude klooster opnieuw te benutten. We wilden er geen museum van maken, maar een modern bezinningscentrum voor jongeren.”

De jongeren worden om twaalf uur in de kapel verwacht om samen met de paters het middaggebed te beleven. Intussen dwalen we rond in het doolhof van gangen en botsen we in het halfdonker bijna op een kaalgeschoren man met een wat ruige baard. Hij stelt zich voor als pater Przemyslaw en excuseert zich meteen voor zijn gebrekkige Nederlands.

Przemyslaw blijkt een van de twee Poolse paters die zich anderhalf jaar geleden aansloten bij de kloostergemeenschap in Meersel-Dreef. Het is een nieuw doel van de kapucijnen om overal in de wereld internationale kloostergemeenschappen te stichten. Hier in de Noorderkempen verblijft ook nog een Indiër, en er wordt nog een Pakistaanse pater verwacht. “Zonder onze internationale broeders zou ik hier alleen met pater Jan verblijven”, zegt pater Kenny. “Het klooster zou dan niet meer leefbaar zijn.”

De Poolse broeders aan het werk in de keuken. “We leven hier niet op water en brood.”  — © Bert De Deken

Broeder Przemyslaw heeft net het middagmaal bereid: linzensoep en spaghetti bolognese. Hij heeft het aangedurfd de pasta in kleine stukjes te breken. Sint-Franciscus zou zich omdraaien in zijn Italiaanse graf, maar onze goedlachse Pool blijkt toch een gediplomeerde kok te zijn. “Voor ik in het klooster trad, wilde ik kok worden in een mooi restaurant”, vertelt hij. “Nee, we leven hier niet op water en brood (lacht) . Er mag soms weleens een glas wijn of een trappist bij. Het is voor ons belangrijker dat we gezonde gedachten hebben dan dat we gezond eten.”

Het klokje van de kloosterkerk kleppert. Het is tijd voor het middaggebed, ook bekend als het brevieren . Pater Kenny heeft psalmenboeken uitgedeeld en neemt plaats achter een orgeltje. Hij nodigt iedereen uit om luidkeels mee te zingen. We zijn sceptisch, maar na twee liederen valt de schuchterheid bij de jongeren weg en zingen ze samen met hem: Hier ben ik, God, uw wil te doen is mijn vreugde . De viering wordt afgesloten met een smeekbede om de gemeenschap van het klooster te laten aangroeien.

Ondanks het feit dat die wens dagelijks wordt herhaald, is ze de voorbije jaren niet verhoord. De orde van de kapucijnen is in Vlaanderen in amper een paar jaar gekrompen van driehonderd kloosterlingen tot amper dertig. “En dat terwijl onze missieposten in Afrika en Azië niet weten wat aan te vangen met de roepingen”, werpt pater Kenny op. “Daar moeten ze het aantal intredingen een halt toeroepen omdat ze de novicen geen eten meer kunnen geven.”

Pater Jan, die zichzelf “een inboorling” noemt, verzorgt de kloostertuin.  — ©  Bert De Deken

Of hij een verklaring heeft voor de daling in eigen land? “Onze samenleving is sterk individualistisch geworden. Terwijl een kerk juist een hechte gemeenschap is. Waar draaien al die betogingen tegen corona rond? Vrijheid en nog eens vrijheid. En wat is die vrijheid? Ik doe mijn goesting en laat me door niemand tegenhouden . Onze vrijheid, dat zijn onze open oren waarmee we luisteren naar andere mensen. Maar we moeten inderdaad wel weer een goede taal vinden om onze winkel te verkopen.”

Op weg naar ons middagmaal – niet geserveerd in een ondergronds gewelf, maar in een recent aangebouwde gezellige eetruimte – lopen we pater Luk tegen het lijf. De voorbije weken haalden deze 87-jarige pater en zijn 92-jarige medebroeder Xavier de krant omdat ze tegen hun zin het klooster moesten verlaten om hun intrek te nemen in het rusthuis voor kapucijnen in Herentals. De parochianen van Meersel-Dreef hielden zelfs een petitie om de paters in het klooster te houden.

LEES OOK: Waarom dorp zo treurt om het vertrek van twee geestelijken

Het baatte niet: pater Luk is ondertussen verhuisd, maar steekt af en toe zijn benen nog onder tafel in het klooster. Gardiaan Kenny lijkt niet echt opgezet te zijn geweest met de bemoeienissen van het dorp. “Ze hebben ondertussen wel begrepen dat ze zich mengden in de interne keuken van onze gemeenschap”, zegt hij opgewonden. “De paters zijn verhuisd om hun eigen bestwil. We kunnen hier niet zorgen voor hoogbejaarde bewoners.”

“Ik heb me bij de beslissing neergelegd”, vertrouwt pater Luk ons tijdens het eten toe. “Als ze het klooster willen verjongen, willen we geen last zijn.” Luk was in zijn jonge jaren van het avontuurlijke type. Hij werd uitgestuurd naar een missiepost in Pakistan. “We hadden posten in 150 dorpen en reden ernaartoe op een brommertje”, vertelt hij met glinsterende ogen. “Als we aankwamen, masseerden de dorpelingen onze benen. Op die manier toonden ze ons hun respect. Dat zie ik hier niet zo vlug gebeuren (lacht).”

Pater Luk (87) moest het klooster onlangs verlaten. “Ik heb me bij de beslissing neergelegd.”   — ©  Bert De Deken

De pater heeft nog een gezonde appetijt en slaat een extra portie soep en spaghetti niet af. “Als ik na de mis iets ging drinken in de cafetaria, trakteerden de mensen mij op ‘een pater Luk’. De cafébaas wist dat dat een schrobbelèr was (soort kruidenlikeur, red) . Ik kwam graag onder de mensen, maar ik heb nooit willen trouwen. Vrouwen en kinderen heb ik nooit gemist; ik had de hele wereld. Maar voor mij mag het celibaat wel afgeschaft worden.”

Na het eten en de gezamenlijke afwas worden we verwacht in het bureau van pater Kenny. Hij excuseert zich voor de rommel. “We hebben wel een kuisvrouw, die ook onze was en strijk doet. Maar eigenlijk willen we zo weinig mogelijk personeel. Want ook dat past niet in onze filosofie.”

Als gardiaan staat Kenny ook in voor de financiën van de gemeenschap. De kapucijnen beheren in Meersel-Dreef een populair bedevaartsoord. Recht tegenover het klooster staat een replica van de Mariagrot van Lourdes, die duizenden bedevaarders trekt. “De verkoop van de kaarsen van de Mariagrot is voor ons, maar dat brengt niet het grote geld binnen. We verkopen ook geen bier, zoals de trappisten. Maar alle paters doen wel aan parochiale werken en hebben daardoor een wedde als priester. Iedereen draagt naar eigen vermogen bij in de dagelijkse kosten. Ik keer iedereen ook zakgeld uit.”

Pater Przemyslaw is pastoor van de Poolse gemeenschap in Antwerpen, pater Luk was parochiepriester in Meersel-Dreef en pater Kenny begeleidt nu de bezinningsdagen. “We zijn een orde die heel bewust naar buiten treedt”, zegt hij. “Dat is een groot verschil met bijvoorbeeld de trappisten, die voor een gesloten gemeenschap kiezen. Maar toen ik indertijd thuis meedeelde dat ik in het klooster ging, was dat niet mijn beste dag. Mijn ouders vreesden dat ik mij in eenzaamheid ging opsluiten en mij in armoede ging storten. Maar het materiële heeft me nooit aangetrokken.”

“We hebben een kuisvrouw, die ook onze was en strijk doet. Maar eigenlijk willen we zo weinig mogelijk personeel. Dat past niet in onze filosofie.”

Na een fotoshoot met de befaamde bruine habijten in de kloosterkerk van de Heilige Drievuldigheid, waar de broeders de misvieringen voor het dorp verzorgen, ontvangt pater Jan ons nog in zijn kamer. “Ik ben een inboorling, de zoon van een tuinder uit Meersel-Dreef”, vertelt hij met zachte stem. “Ik verzorg onze kloostertuin en zorg voor verse bloemen in de kerk.” Pater Jan heeft meer dan dertig jaar overal in Vlaanderen bezinningsdagen begeleid en heeft ook koppels bijgestaan voor en tijdens hun huwelijk. Of hij zelf nooit aan een huwelijk en kinderen gedacht heeft? “Ik ben tot mijn eigen verwondering nooit jaloers geweest op gehuwde mensen”, antwoordt hij. “Ik heb voor een andere roeping in mijn leven gekozen.”

Tibo en Laurence in de tuin van de Mariagrot. “Hoed af voor de paters.”  — ©  Bert De Deken

Ons verblijf in het klooster zit erop. In de tuin van de Mariagrot lopen we nog Laurence en Tibo tegen het lijf, twee leerlingen van het Mater Salvatorisinstituut. “Paters genieten weinig vrijheid en mogen geen vrouw en kinderen hebben”, zegt Laurence. “Ik doe er mijn hoed voor af. Maar ik vrees dat er aan ons geen pater of non verloren is gegaan.”

Als we onze jas gaan oppikken in de keuken van het klooster, komt pater Jan ons nog groeten. “Ik heb nog eens nagedacht over je vraag waarom kloosters leeglopen”, zegt hij. “Eigenlijk is het simpel: als de mensen vandaag niet meer geloven in een god, waarom zouden ze dan nog intreden in een klooster?”

Terwijl je dit leest, gaan onze journalisten verder voor het nieuws van dichtbij. Ze graven dieper in de actualiteit uit jouw buurt én tonen de impact van wereldgebeurtenissen op jouw leven.

Meld je eenvoudig aan en lees elke maand een plusartikel naar keuze gratis.

In Dessel worden er hevige regenbuien verwacht tijdens de avond. De wind is zwak en komt uit het …

In Arendonk verwachten we tijdens de avond hevige regenbuien. Er staat een zwakke wind uit het …

In Rijkevorsel verwachten we ’s avonds regen met een zwakke noordoostelijke wind. De temperatuur …

In Herentals valt er vanavond regen. Er staat een stevige wind uit het noordoosten. De …

In Turnhout zal het vanavond regenen. De wind is zwak en komt uit het noordoosten. De temperatuur …

In Geel wordt vanavond lichte bewolking met kans op regenbuien verwacht. Er staat een zwakke wind …