‘Mijn vader moest en zou alles beter maken’; hoe Clive Sinclair de computerrevolutie startte - NRC

2021-12-27 05:10:29 By : Ms. Vicky Lin

Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers thuis.

Crispin Sinclair met volgens hem de 'meest veilige fiets ter wereld'

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Uitvindersfamilie Dit jaar overleed de Britse computerpionier Clive Sinclair. NRC bezocht diens zoon Crispin, zelf ook uitvinder, in Cambridge, de stad waar Sinclair technologiegeschiedenis schreef.

Hét voordeel van een beroemde uitvinder als vader: de kerstcadeaus. „Pa gaf ons met Kerst vaak de nieuwe Sinclair-producten – op school was ik de eerste met een digitaal horloge.” Nadelen zijn er ook, als zoon van een icoon. Zoals: hoe kun je je eigen uitvinding laten groeien in de schaduw van een van Britain’s Great Inventors?

Crispin Sinclair (55) kijkt uit over de Cam, de rivier die het historische centrum van Cambridge doorsnijdt. Dit wordt de eerste Kerst zonder zijn vader, die in september op 81-jarige leeftijd overleed.

Hij wijst. „Zijn kantoor zat een paar honderd meter verderop, aan King’s Parade.”

Dat is het Cambridge van de ansichtkaarten. Op die plek, tegenover de universiteit, ontwierp Sir Clive Sinclair begin jaren tachtig een revolutionaire computer. In de tijd dat het Verenigd Koninkrijk zuchtte onder een economische recessie en de harde hand van Margaret Thatcher, verkocht Sinclair een computer voor 99,95 pond. Twee tientjes minder als je ’m zelf in elkaar zette.

Dat prijskaartje veranderde de computer van een exotische hobby in een massaproduct. De Sinclair ZX 80 en ZX 81 verkochten goed, opvolger ZX Spectrum (1982) nog beter. De Spectrum kostte 125 pond, tien keer minder dan een IBM-pc (1981).

Wereldwijd werden vijf miljoen Spectrums verkocht, en er waren duizenden computerspelletjes voor beschikbaar. Crispin Sinclair: „Het was als kind een rare ervaring; in elk warenhuis zag ik enorme stapels dozen met mijn achternaam erop.”

Een hele generatie jongeren kwam in aanraking met programmeren en games. Want ook buiten Groot-Brittannië maakte Sinclair furore: „Sir Clive Sinclair democratiseerde de computer”, schreef Microsoft-topman Satya Nadella op Twitter. „De ZX 80 was mijn eerste computer die mijn passie voor techniek aanwakkerde.”

Nog een Sinclair-fan: techpionier Elon Musk. „RIP Sir Clive, I loved that computer”, twitterde de Tesla-topman na het overlijden van Sinclair.

„Een aardig gebaar”, zegt Crispin. „Veel hoger dan Elon kun je niet komen als het om uitvinden gaat.”

Aan de revolutionaire computer ging een lange reeks Sinclair-uitvindingen vooraf. Elektronicapionier Clive Sinclair richtte begin jaren zestig Sinclair Radionics op. Het bedrijf produceerde radio’s en hifi-apparatuur, maar het eerste succes was een handzame rekenmachine, de Sinclair Executive uit 1972. Die paste in een borstzakje, in een tijd dat de meeste calculators het formaat van een winkelkassa hadden.

Verkleinen – minimaliseren – was een terugkerend thema van de Britse uitvinder. De microradio (1967), een vederlicht digitaal horloge (de Black Watch, 1975) en een minuscule zaktelevisie (1978) waren stuk voor stuk futuristische apparaten. Ze werden tijdloos vormgegeven door zijn broer, industrieel ontwerper Iain Sinclair – Crispins oom. De Sinclaircomputers waren handzaam, met zo weinig mogelijk chips, om de prijs laag te houden.

Sinclairs successen zijn vaak bezongen, zijn mislukkingen nog vaker. Meestal waren die te wijten aan slechte timing. Strubbelingen met het horloge en de tv brachten de uitvinder in de jaren zeventig in financiële problemen, waardoor hij zijn bedrijf deels moest opgeven. De succesvolle computer werd gevolgd door z’n grootste flop: de Sinclair C5, uit 1985. Dit elektrische mini-autootje op drie wielen werd door andere weggebruikers snel over het hoofd gezien en was daardoor levensgevaarlijk in het verkeer. Het C5-fiasco nekte Sinclair financieel, opnieuw.

Crispin haalt zijn schouders op: „Risico’s nemen hoort erbij als je uitvinder bent.”

De electronica was in die tijd nog Made in England. Met zijn broer en zus kwam Crispin vaak in de Sinclair-fabriek in St Ives, een plaatsje vlakbij Cambridge. „Beneden waren productiemedewerkers aan het solderen en assembleren, op de bovenste verdiepingen zaten de ontwerpers. Wij speelden boter-kaas-en-eieren met een enorme computer die de hele wand besloeg.”

Werk kwam bij de familie Sinclair vóór het gezinsleven. Thuis ging zijn vader door met uitvinden, met pen, papier en de onafscheidelijke rekenliniaal – een rekenmachine was niet nodig. Zelfs op vakantie, meestal naar een familiehuisje in Essex, nam Clive Sinclair zijn elektronicaboeken mee.

Crispin herinnert zich: „M’n vader las een dikke pil over de theorie van satellieten en krabbelde er wat aantekeningen in. Zodra hij het boek uit had, ontwierp hij zijn eigen satellietontvanger – hij pikte zulke dingen erg snel op.”

Clive Sinclair was extreem intelligent, weet Crispin: „Hij had een IQ van meer dan 150. Of dat erfelijk is? Ik zou het niet weten. Hij was er altijd op gebrand om ons als kinderen te laten testen, maar de IQ-test wisten we te ontlopen.”

„Mijn grootvader vertelde me eens het verhaal dat hij naar school werd geroepen omdat er iets mis was met zijn zoon. Hij dacht dat Clive in de problemen zat, maar de leraren zaten klem: ze konden geen wiskunde meer doceren omdat Clive alle stof al kende.”

Als jongetje vond Clive Sinclair het binaire stelsel uit – waarmee je elk getal kunt weergeven met alleen nullen en enen. Crispin: „Hij was teleurgesteld toen hij erachter kwam dat iemand anders dat ook al bedacht had.”

Zijn vaders hoofd stond zelden stil, vertelt Crispin. „Hij bekeek elk voorwerp, elk apparaat met de vraag: wat zou ik eraan kunnen verbeteren? Als kind ergerde ik me daar kapot aan. Dan stonden we in een speelgoedwinkel en begon hij te foeteren: dat hadden ze nooit zo moeten doen!”

En toch, zegt Crispin Sinclair, is ook hij besmet geraakt met die neiging dingen te verbeteren. „Beter gezegd: dat is er wel ingestampt.”

Crispin koos een ander pad dan zijn vader; hij handelt in onroerend goed en verhuurt huizen. Hij moet nog steeds werken voor zijn geld, zegt hij. Maar hij vindt het niet vervelend om over de uitvindingen van zijn vader te praten, of over zijn jeugd in Cambridge.

Tijdens een van de vakanties in Essex ontdekte hij zijn grote passie: fietsen. „Ik was een jaar of elf toen ik voor het eerst met mijn vader naar het strand fietste, van Colchester naar West Mersea. Dat ritje van 12 mijl deden we normaal met de auto, maar die fiets gaf me een enorm gevoel van vrijheid. Vanaf dat moment ben ik grotere fietstochten gaan maken en gaf ik al mijn geld uit aan fietstijdschriften.”

Crispin wilde zijn eigen fiets bouwen, met hulp van Richard’s Bicycle Book, de bijbel van fietsfanaten. „Ik had van mijn vader een ZX Spectrum gekregen. Die heb ik op mijn zeventiende geruild voor een fietsframe. Mijn vader was er niet blij mee.”

Crispin deelde wel zijn vaders interesse voor opmerkelijke voertuigen, zoals de opvouwbare Sinclair A-Bike (uit 2006, past in een rugzak) of de Sinclair X1, een overdekte elektrische fiets die in 2010 op de markt had moeten komen – wat mislukte.

Crispin: „De X1 was een overdekte elektrische tweewieler. Toen mijn vader mijn mening erover vroeg, zei ik dat ik het een erg onveilig vervoersmiddel vond. Dat vond-ie onzin. Maar het maakte wel iets bij me los – ik ging me afvragen wat eraan verbeterd kon worden.”

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. In 2013, nadat Crispin in Londen door een vrachtwagen van zijn fiets was gereden, nam hij zich voor de veiligste fiets ter wereld te ontwerpen.

Crispin Sinclairs Babel Bike. De ‘veiligste fiets ter wereld’ kwam nooit in productie. Conker of Cambridge

Het is raar, vertelt Crispin Sinclair als hij zijn Powerpoint-presentatie opstart, dat er sinds de uitvinding van de fiets nooit iets aan de veiligheid van de bestuurder is verbeterd. „De auto is na de jaren zestig steeds veiliger geworden, met autogordels, noodremsystemen en kreukelzones. Als fietser heb je maar één bescherming: proberen niet geraakt te worden.”

Hij ontwierp een fiets, de BabelBike, met een metalen rolkooi, een beschermende stoel en valbeugels. Toch kon de constructie niet voorkomen dat de berijder bij een aanrijding een arm of been zou breken, bleek uit simulaties. De Babelbike kwam niet verder dan een prototype en een heleboel schetsen.

In 2013, nadat Crispin in Londen door een vrachtwagen van zijn fiets was gereden, nam hij zich voor de veiligste fiets ter wereld te ontwerpen

Crispin gooide het over een andere boeg. Hij kreeg een gezin en wilde zijn kinderen op een veilige manier op de fiets vervoeren. Het resultaat: de Chestnut, een aanhangwagentje met een aluminium rolkooi en een veilig kinderzitje, zoals in de auto.

Hij liet officiële crashtests doen, nadat hij de eerste prototypes van de Chestnut op een landweggetje met zijn eigen auto zelf al een aantal keren had geramd. Crispin garandeert: dit is de veiligste manier om je kind te vervoeren.

Crispin krijgt hulp van een industrieel ontwerper die eerder met zijn vader samenwerkte. „Mijn vader bracht ons met elkaar in contact.”

Ontwerpen voor de Conker Chestnut, een veilige fietswagen. Conker of Cambridge

Er is inmiddels een tweede product: een veilige bakfiets, waarin kinderen in een stevige rolkooi vastgesnoerd zitten. Nu de prototypes gereed zijn – hij brengt zijn driejarige dochter en zesjarige zoon ermee naar school – hoopt hij op een licentiedeal met een fietsfabrikant. „Misschien krijg ik er dan nog iets voor terug – er zitten toch jaren werk en een paar honderdduizend euro in. Uitvinden is een dure bezigheid. Ik wil graag verder met nieuwe ideeën – die heb ik genoeg.” De bedrijfsnaam is intussen veranderd, van BabelBike naar Conker of Cambridge.

Anders dan zijn vader besloot hij geen fulltime ondernemer te worden, vertelt Crispin. „Ik kwam erachter dat ik wel van ontwerpen houd, maar niet van het gedoe met eigen fabrieken of personeel. Ik stop graag vijf uur ’s middags met werken – de rest van de dag en het hele weekend is family time.”

Heeft hij nooit overwogen samen met z’n vader zo’n fiets te ontwerpen? Het is even stil. „Dat had niet gewerkt. Ik wilde niet dat hij me vertelde wat ik moest doen, en andersom gold dat ook.”

Hij wilde ook niet zijn bekende achternaam als productnaam gebruiken. „Dat zou verwarrend zijn. Mijn vader was al een tijd ziek, maar bleef dingen uitvinden onder de naam Sinclair. En ik heb ook mijn oom Iain en nog een neef die ontwerpen. Weet je, de Sinclair-familie lijkt wel een groep katten. Iedereen doet zijn eigen ding, met respect voor de andere familieleden. Maar we zijn geen teamplayers.”

„Snap je nou waarom ik een veilige fiets wilde bouwen?”, vraagt Crispin als hij zich op zijn bakfiets, waarachter het prototype van de kindertrailer, door het drukke centrum van Cambridge wurmt. De rit gaat langs een voormalige Sinclair-vestiging – nu een universiteitsgebouw met de naam Sinclair – naar het Centre for Computing History.

In de jaren zeventig was Cambridge nog een slaperig stadje, vertelt Crispin. „Mijn ouders gingen hier wonen omdat het rustiger was dan Londen.” Nu puilt de stad uit van de hightechbedrijven, die de huizenprijzen opdrijven. Big tech vind je op elke hoek: Amazon en Apple hebben hier eigen onderzoeksafdelingen, net als Microsoft en Google.

„Alle grote techbedrijven willen in Cambridge zitten”, zegt Jason Fitzpatrick, conservator van het computermuseum. Hij staat naast een vitrine vol Sinclair-producten. „Die techscene is gebouwd op de fundamenten van de pioniers uit de jaren tachtig en talent van Cambridge University.”

Een succesvol bedrijf met wortels in Cambridge zelf is Arm. Fitzpatrick geeft een spoedcollege Britse computergeschiedenis: „Arm komt voort uit Acorn, destijds de grootste concurrent voor Sinclair. Computerbedrijf Acorn werd mede opgericht door een van Clive Sinclairs trouwste medewerkers: Christopher Curry.”

Je hebt een sterke persoonlijkheid nodig om overeind te blijven in de zakenwereld. Hij kon agressief uit de hoek komen, ook thuis

Crispin Sinclair over zijn vader Sir Clive Sinclair

Crispin Sinclair: „Ik weet nog dat Chris bij ons thuis kwam. Als kinderen mochten we zijn auto wassen, zo’n hippe driewieler, de Bond Bug. Toen we daar vijftig pence voor vroegen, trok hij een zuur gezicht.”

Chris Curry en Clive Sinclair raakten in een bittere concurrentiestrijd verwikkeld. Het conflict werd nagespeeld in BBC’s docudrama Micromen (2009). Daarin is Sinclair een vloekende en tierende ondernemer die met zijn voormalige compagnon op de vuist gaat in de plaatselijke kroeg.

Gedramatiseerd voor tv? „Het beeld is accuraat, mijn vader kon inderdaad schreeuwen”, zegt Crispin Sinclair. „Je hebt een sterke persoonlijkheid nodig om overeind te blijven in de zakenwereld. Hij kon agressief uit de hoek komen, ook thuis.”

Conservator Fitzpatrick: „Micromen gaat over mensen. Over twee pioniers die keihard met elkaar vochten om de Britse computermarkt. En naar typisch Britse traditie zijn we het daarna allemaal kwijtgeraakt aan de Amerikanen – aan Dell, IBM en Apple.”

Clive Sinclair vond de documentaire over zijn hoogtijdagen maar niets, zegt zijn zoon. „Ik heb voorgesteld samen te kijken toen die werd uitgezonden. Hij had er geen zin in.”

Het ridderschap – Sir Clive Sinclair kreeg het in 1983 – was wel belangrijk voor zijn vader, herinnert Crispin zich. „We gingen met het gezin naar Buckingham Palace en daarna naar een chique restaurant. Mijn vader moest normaal gesproken niets hebben van nouvelle cuisine, maar dit moest gevierd worden.”

Terug op zijn eigen kantoor, in een ruimte vol jonge ondernemers, vertelt Crispin dat hij trots is op het werk van zijn vader. Maar zoon van een icoon zijn, voelt af en toe toch wat ongemakkelijk. Liefst maakt hij er een grapje van. Zodra iemand hem herkent als de zoon van de uitvinder – „Sinclair? Dé Sinclair? Wow, mijn broer heeft een heel altaar gebouwd met Sinclair-computers” – zegt Crispin droogjes: „You may bow” – u mag knielen.

Meestal komen zulke reacties van mannen van middelbare leeftijd, weet Crispin. Tot zijn verbazing zit er in Oost-Europa nog een harde kern van Sinclair-liefhebbers. Achter het IJzeren Gordijn waren gekloonde versies van de ZX Spectrum lange tijd de enige betaalbare computers.

In oktober, een paar weken na het overlijden van zijn vader, werd hij uitgenodigd op een conferentie in Polen om te spreken voor Spectrum-fans. „De retroscene bloeit daar volop. Vorig jaar verschenen nog tweehonderd nieuwe Spectrum-spellen.”

Na de scheiding van zijn ouders, in de jaren tachtig, ging Crispin bij zijn moeder wonen. „Mijn ouders bleven allebei in Cambridge, en Kerst vierden we als gezin nog wel samen. Wat dat betreft waren we een gewone familie.”

Zijn vader verhuisde later naar Londen, waar Crispin hem enkele maanden voor zijn dood nog zag. De ruzie met oud-compagnon Chris Curry had Clive al bijgelegd. „Dat was water under the bridge – verleden tijd. Chris heeft zelfs gesproken op mijn vaders herdenkingsdienst.”

Uitvinden deed Clive Sinclair tot het laatste moment. „Op de begrafenis vertelde een naaste medewerker dat mijn vader in de weken voor zijn dood nog bezig was met een nieuwe uitvinding – iets met een voertuig, geloof ik. Ik heb niet doorgevraagd. Of het een veilige fiets zou zijn? Dat lijkt me onwaarschijnlijk.”

Elke telefoon – en steeds meer computers en servers – is gebouwd met techniek van het bedrijf Arm, uit Cambridge. Arm is een afsplitsing van het vroegere bedrijf Acorn, een concurrent van Sinclair, dat een chip ontwierp die erg weinig energie verbruikte. Jason Fitzpatrick, curator van het Centre of Computing History in Cambridge: „Het ging hun niet om mobiele toepassingen: ze wilden een desktopcomputer bouwen die geen ventilator nodig had. Toen het ontwerp klaar was, bleek de chip zelfs te werken zonder dat er stroom op aangesloten was.” Apple wilde de chip gebruiken in zijn eerste mobiele apparaat, de Apple Newton. Acorn moest een aparte divisie oprichten die de chiptechniek zou licenseren: Arm. De Apple Newton flopte, Arm werd een succes en zette de chiptechniek van Intel op achterstand. In 2016 werd Arm overgenomen door het Japanse Softbank. Het Amerikaanse Nvidia probeert Arm te kopen voor 75 miljard dollar maar die deal stuit op weerstand.

Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt. U kunt ons ook anoniem een tip geven.